Het feit dat de bus transmissie van de data differentieel is, maakt dat ze ongevoelig is voor electromagnetische storingen. Beide datalijnen worden immers tegelijk gestoord, waardoor het differentiele signaal uiteindelijk niks veranderd.
Het bus systeem is erg flexibel wat bekabeling betreft. Je mag vertrekken met een kabel en overal aftakkingen maken en men mag verschillende bussen centraal gaan bekalelen naar een sterpunt.
De kabel is niet kritisch. Meestal wordt er gewerkt met standaard alarm kabel : 2×0,75mm (voor de voeding) + een aantal draden van 0.22mm (2 voor de bus en dan nog een aantal die gebruikt worden voor directe ingangen op de centrale)
Afsluiten : De bus MOET voor de goeie werking afgesloten worden op het begin en het eindpunt. Het afsluiten van een bus betekent tussen de H en L een weerstand plaatsen van 120 Ohm. In de praktijk betekent dit dat de twee bus modules die verst van mekaar staan moeten afgesloten worden. Het afsluiten van de bus gebeurt bij Easyplus door een jumper te plaatsen op de daarvoor bestemde jumperpins van de betreffende modules. Op de tekening vind je het principe terug.
Lengte van de bus : Max. 2500 meter. Opgelet : zorg ervoor dat er nog voldoende voeding is op de modules bij langere afstanden !!!
Bekabeling : 2 draden voor de bus, 2 draden voor de voeding.
+ : 24 V DC
– : GND
H : CAN HIGH
L : CAN LOW
Het aantal bus modules die tegelijk aan 1 bus kan gekoppeld worden is gelimiteerd tot 110.
In ruststand, indien er geen data gestuurd wordt, is de spanning ten opzichte van de GND, het zelfde. De gemeten spanning zal dan ongeveer +/-2.5V DC zijn. Dit kan wel afwijken van installatie naar installatie afhankelijk van de lengte van de draden en het aantal deelnemende modules.
Bij het versturen van data gebruikt de CAN bus :
Drive Voltage : High : 2.75 tot 4.5 volts
Drive Voltage : Low : 0.5 tot 2.25 volts
Differential : 1.5v tot 3.0 volts